Uitspraak 12-12-2021

KLACHTENCOMMISSIE, uitspraak d.d. 12 december 2021

 

LET OP: de schriftelijke versie van de uitspraak is altijd leidend!

Ingekomen stukken
De klachtencommissie heeft kennisgenomen van de volgende stukken:
– De klacht d.d. 20 oktober 2021;
– De aanvulling op de klacht van klager d.d. 25 oktober 2021;
– De reactie van de tolk op de klacht d.d. 26 oktober 2021;
– De aanvulling op de reactie van de tolk op de klacht d.d. 26 oktober 2021;
– De nadere reactie van klager d.d. 1 november 2021;
– De aanvulling op de nadere reactie van klager d.d. 9 november 2021;
– De nadere reactie van de tolk d.d. 11 november 2021.

Feiten
De klacht heeft betrekking op een aantal telefoongesprekken die de tolk heeft gevoerd met derden.
Daarnaast ziet de klacht betrekking op de communicatie tussen de tolk en klager in het algemeen.

Klacht
Zakelijk weergegeven verwijt klager de tolk dat:
1. de tolk met derden contact opneemt, zonder dat klager daarbij aanwezig is;
2. de tolk gebruik maakt van geschreven taal, in plaats van gebarentaal/beeldbellen; en
3. de tolk de geheimhoudingsplicht heeft geschonden.

De tolk heeft tegen de klacht verweer gevoerd. De klachtencommissie zal, waar nodig, op dat verweer ingaan.

Ontvankelijkheid van de klacht
De klachtencommissie acht klager ontvankelijk in de klacht.

Overwegingen

Klachtonderdeel 1
Klager verwijt de tolk contact op te nemen met derden, zonder dat klager daarbij aanwezig is. De tolk betwist dat niet, maar geeft aan dat zij heeft gedaan wat de tolk en klager hebben afgesproken. De tolk verwijst daarbij naar correspondentie waarin klager de tolk verzoekt met deze derden contact op te nemen.

De Beroepscode Tolken Nederlandse Gebarentaal (hierna: Beroepscode) bepaalt:
“De tolk gebarentaal levert haar tolkdiensten in settings waarin dove/slechthorende personen en horende personen met elkaar willen communiceren. (…)”

2 Relaties met deelnemers
De tolk gebarentaal:
1. (…)
2. respecteert de zelfstandigheid en de verantwoordelijkheid van iedere deelnemer en toont dat in haar houding en gedrag naar de deelnemers.

3 De tolkopdracht
De tolk gebarentaal:
1. (…) vervult tijdens de tolkopdracht geen andere functies, zoals bijvoorbeeld de rol van adviseur of hulpverlener. (…)
4. oefent door haar aanwezigheid invloed uit op het verloop van de communicatie in de opdracht, maar bemoeit zich niet met de inhoud van de setting.”

Daaruit volgt dat de tolk alleen diensten verleent in situaties waarvan de dove/slechthorende deel uitmaakt. Daarbij dienen de diensten beperkt te blijven tot tolkdiensten. De tolk heeft niet de rol van adviseur of hulpverlener en bemoeit zich niet met de inhoud van de setting.

Uit de correspondentie volgt dat de tolk vaker voor klager heeft gewerkt. De klachtencommissie stelt vast dat de professionele grenzen daarbij langzaam zijn vervaagd. Beiden, zowel tolk als klager, overschrijden hun eigen en elkaars (professionele) grenzen.

Zo geeft klager aan dat de tolk geen maatschappelijk werker is, maar vraagt de tolk wel zaken voor klager te regelen. Zaken die thuishoren in het takenpakket van een maatschappelijk werker en niet bij een tolk. Anderzijds werkt de tolk dat ook in de hand door telefoonnummers op te zoeken, buiten aanwezigheid van klager te bellen met derden, afspraken te maken en de inhoud van gesprekken door te geven aan klager.

Daarmee ontstaat onduidelijkheid in het verwachtingspatroon en de professionele grenzen tussen tolk en klager. Door zelfstandig contact op te nemen met derden, buiten aanwezigheid van klager, heeft de tolk – in de bewoordingen van de gedragscode – zich ook bemoeid met de inhoud van de setting en een adviserende of hulpverlenende rol ingenomen. Dat de tolk heeft gedaan wat klager heeft gevraagd, maakt dat – hoe begrijpelijk ook – niet anders.

Daarmee heeft de tolk artikelen 2.2, 3.2. en 3.4 van de beroepscode geschonden, en is dit klachtonderdeel gegrond.

Klachtonderdeel 2
Uit de aanvulling op de nadere reactie van klager maakt de klachtencommissie op dat klager de tolk verwijt gebruik te maken van whatsapp of geschreven taal, zonder daarbij gebruik te maken van de camera. Klager voegt daaraan toe dat sommige doven moeite hebben met Nederlandse grammatica en daardoor veel onduidelijkheid ontstaat.

De klachtencommissie maakt daaruit op dat klager dit de tolk verwijt in hun onderlinge discussie, waarover de klachtencommissie niet bevoegd is te oordelen.

Voor zover klager dit de tolk verwijt in de specifiek door klager genoemde situatie, is dat al in Klachtonderdeel 1 beoordeeld. De klacht en de toelichting daarop geven voor het overige onvoldoende aanknopingspunten om vast te stellen dat de tolk tijdens andere tolkopdrachten geen gebruik maakt van de camera/beeldbellen als dat wordt verzocht of passend is.

De klachtencommissie acht dit klachtonderdeel dan ook ongegrond.

Klachtonderdeel 3
Voor zover klager met deze klacht bedoelt dat de tolk niet buiten zijn aanwezigheid met derden contact mag opnemen, is dat al beoordeeld onder Klachtonderdeel 1.

Voor wat betreft de “eerdere verbroken zwijgplicht” geeft klager aan dat de tolk vertelde dat deze bij een eerdere opdracht was afgereisd en niemand kwam opdagen. De klant had zich niet afgemeld en de kosten moesten vergoed worden. De aan de klacht ten grondslag gelegde informatie is algemeen van aard en niet naar een individueel persoon of specifieke opdracht te herleiden.

De andere door klager genoemde situatie betreft geen tolkopdracht. Evenmin zijn er feiten of omstandigheden gesteld waaruit volgt dat de tolk met anderen over klager heeft gesproken.
De klachtencommissie acht de klacht daarmee niet bewezen en daarmee ongegrond.

Uitspraak
De klachtencommissie verklaart de klacht onder 1 gegrond en de overige klachten ongegrond.

 

12 december 2021, mr. E.S.R. Ester
Voorzitter Klachtencommissie

Ga naar de inhoud