Uitspraak 30-05-2005

Klacht en uitspraak 30-05-2005

KLACHTENCOMMISSIE – UITSPRAAK d.d. 30 mei 2005 inzake klacht nr. 2, d.d. 2 mei 2005 van X (klager) tegen Y (beklaagde).

Op 2 mei 2005 ontving de voorzitter van de Klachtencommissie (de Cie.) de klacht van klager. Klager beklaagt zich erover dat beklaagde, tijdens een gesprek van klager op kantoor met twee horenden over een mogelijk andere functie, niet duidelijk noch simultaan tolkte; ook vertaalde beklaagde niet altijd wat de twee horenden bespraken.

Om commentaar gevraagd, deelde beklaagde mee –kort samengevat- getolkt te hebben zoals altijd, maar wel veel moeite gehad te hebben de gebaren van klager te begrijpen, zodat beklaagde enige malen om herhaling had moeten vragen; dit was het proces niet ten goede gekomen. Al met al was, ook naar beklaagde’s mening, het tolken niet bevredigend verlopen.

Afgaande op nadere mededelingen van beklaagde, acht de Cie. het aannemelijk dat, wanneer de tolk een betere plaats had gehad, het tolken beter was verlopen. Als dit een minder gelukkige keuze is geweest van beklaagde, dan is beklaagde hiervan een verwijt te maken. Een zodanig verwijt (als daar al sprake van zou zijn) is echter niet van dien aard dat om die reden de klacht gegrond verklaard zou moeten worden.

Voor het overige komt het de Cie. voor dat beklaagde gedaan heeft wat onder de gegeven omstandigheden in redelijkheid van de tolk verwacht mocht worden.Wel is zij van mening dat, wanneer partijen meer tijd genomen zouden hebben vóór het begin van de bespreking om aan elkaars communicatiewijze te wennen, het proces aanmerkelijk beter had kunnen verlopen. Dat dit kennelijk in onvoldoende mate is gebeurd, is echter niet aan één, doch aan beide partijen toe te rekenen.

De Cie. verklaart de klacht ongegrond. J.D.Rutgers

Voorzitter Klachtencommissie

Ga naar de inhoud